Waarom klinkt op papier toch altijd alles korter. Even langs de supermarkt, bouwmarkt, en zucht, de IKEA. Op papier een korte zin, in werkelijkheid is het net alsof je een groene zeephelling probeert op te komen met een PAX-garderobekast onder je linkerarm, een krat bier in de rechter en in je mond een doos schroeven terwijl de finish als een konijn voor je uit blijft rennen.
Het oudere stelletje, de tokkiemoeder in haar strakke panterlegging, het buitenlandse jongetje dat driftig voorbij rent, de vader op zijn bakfiets, het blonde meisje met een buitenboordbeugel en de creatieve kunstacademie jongen met zijn wilde kapsel en veel te grote tekenmap. In het stadskantoor is iedereen gelijk: een burger met een bonnetje. Pling. Volgende.