Ik sta op straat te praten wanneer een kleine Indonesische vrouw het kinderdagverblijf naast ons huis uitloopt met een buik die bijna net zo groot is als dat ze zelf lang is. “Gefeliciteerd mevrouw”, zegt mijn gesprekspartner wijzend naar de buik. Met veel pijn en moeite perst ze een glimlach over haar lippen. Wanneer ze de straat oversteekt hoor ik haar hardop mopperen. Vast niet gepland.
Vannacht voelde ik me weer even een puber op de middelbare school. Ouderwets een nachtje doorbeuken om een deadline te halen. Voor een werkstuk over trillende aardplaten of een so met Duitse kutzinnetjes. En dat iemand dan ‘s ochtends vraagt of je goed geleerd hebt, waarop je met stuwwallen onder je ogen antwoordt: “Mwah, heb eigenlijks niks gedaan.”