Ik sta op straat te praten wanneer een kleine Indonesische vrouw het kinderdagverblijf naast ons huis uitloopt met een buik die bijna net zo groot is als dat ze zelf lang is. “Gefeliciteerd mevrouw”, zegt mijn gesprekspartner wijzend naar de buik. Met veel pijn en moeite perst ze een glimlach over haar lippen. Wanneer ze de straat oversteekt hoor ik haar hardop mopperen. Vast niet gepland.
Met haar blonde Pippi Langkous staartjes klimt ze op de zwarte draadstoel voor het raam. Haar vader bestelt een americano. “Sorry meneer, wij maken foto’s voor de website. Vind u het goed dat jullie mogelijk op de foto staan?” “Ja hoor, geen probleem”, zegt de man. “Oh trouwens, wacht even, dan veeg ik even de schmutz van haar gezicht. Staat ze er tenminste goed op.”