Onder het geluid van klinkend staal betreed ik de winkel. Het is niet meer dan een werkplaats met een oude kassa, de geur van vers rubber, lampenolie en okselzweet. Welkom in de fietshemel, waar de engelbewaarder in een hoekje een ketting aan het smeren is. Bijna weer zo goed als nieuw. En hoe glanzender het chroom, des te smeriger zijn handen.
Ik ben jaloers op mensen die goed kunnen niezen. Ik zag net een man die het echt kan. Een professional. Het zit ‘m in de juiste houding en het geluid: de rechterhand gaat omhoog, de rug trekt langzaam samen en op het moment dat hij door zijn knieën gaat klinkt er een oerkreet gepaard met een vloedgolf van snotdruppels en slierten tot ver naast de zakdoek. Chapeau!