Onder het geluid van klinkend staal betreed ik de winkel. Het is niet meer dan een werkplaats met een oude kassa, de geur van vers rubber, lampenolie en okselzweet. Welkom in de fietshemel, waar de engelbewaarder in een hoekje een ketting aan het smeren is. Bijna weer zo goed als nieuw. En hoe glanzender het chroom, des te smeriger zijn handen.
Soms zijn er van die dagen dat je de hele wereld aankunt. De energie vliegt vanuit je kleinste teen naar het puntje van je duim en via je oren weer naar buiten. Alsof je continu een rode peper in je reet hebt, ook al is die voor niemand zichtbaar. Gisteren was vooral niet zo’n dag. Wat voelde ik me beroerd. Een hele dag op bed gelegen. Zelfs die rode peper hielp niet.