Onder het geluid van klinkend staal betreed ik de winkel. Het is niet meer dan een werkplaats met een oude kassa, de geur van vers rubber, lampenolie en okselzweet. Welkom in de fietshemel, waar de engelbewaarder in een hoekje een ketting aan het smeren is. Bijna weer zo goed als nieuw. En hoe glanzender het chroom, des te smeriger zijn handen.
De man en vrouw naast me zijn samen uit eten. Ze zitten lekker te kletsen, te eten en te drinken. Zij heeft een speciaalbiertje, La Chouffe, hij gewoon een tapje. “Wil je er nog een?” ,vraagt een meisje uit de bediening. Hij kijkt haar aan, daarna zijn vrouw en als zij instemmend knikt draait hij zijn hoofd quasi nonchalant terug en zegt: “Ja, doe maar”.