Vroeger dacht ik na het voetballen dacht maar aan twee dingen: douchen en AA-Drink. Het liefst rende je zo snel mogelijk met je natte haren naar de kantine en zette je zo’n flesje gele energydrank aan je mond. Of je nou gewonnen had of niet. Vandaag na het hardlopen zette ik weer eens zo’n flesje aan mijn mond. Alsof je met drie kilopakken suiker op je bek wordt geslagen. Jezus, wat zoet.
Ik zit buiten op een houten bankje als naast mijn oor een zeepbel uit elkaar spat. Wanneer ik omhoog kijk zie ik honderden bellenblaasbellen, alsof er net ergens een vrachtwagen met liters zeepsop is omgevallen. Boven op het dak van een rijtjeshuis verschijnt een jongetje met bruine krullen. Hij zwaait naar me. Nu weet ik het zeker: het is eindelijk zomer.