Terwijl de herten hun dagelijkse ronde door het bos maken, spreidt de reiger zijn vleugels totdat hij bij de waterkant is aangekomen. Refreinen van “Oh, wat mooi” en “Ah, wat fijn” doorbreken de eindeloze coupletten van krakende wandelschoenen. Een klein roodborstje vliegt van boom naar boom op zoek naar eten. Kon het morgen maar weer zondag zijn.
Soms zijn er van die dagen dat je de hele wereld aankunt. De energie vliegt vanuit je kleinste teen naar het puntje van je duim en via je oren weer naar buiten. Alsof je continu een rode peper in je reet hebt, ook al is die voor niemand zichtbaar. Gisteren was vooral niet zo’n dag. Wat voelde ik me beroerd. Een hele dag op bed gelegen. Zelfs die rode peper hielp niet.