Vanuit het raam kijk ik uit op het balkon van de overbuurvrouw. Het liefst loopt ze de hele dag in een panterprint terwijl ze buiten sigaretjes rookt. Ze komt net thuis met haar man: type ruwe bolster, blanke pit. Nog voordat ze de deur opendoet tilt hij haar jurk omhoog. Wat overblijft is een dun stukje stof van een luipaard string, en een rode handafdruk op haar rechterbil.
"Oh lekker, jullie gaan nasi eten!" De moeder knikt instemmend naar de cassière. Ze wonen blijkbaar bij elkaar in de straat. Haar zoontje is iets minder enthousiast en staart verveeld voor zich uit. "Zeg jij ook nog wat tegen Lotte?" Het jongetje besluit daarop geen moment te twijfelen en roept met het volume van een misthoorn 'hallo' waardoor Lotte van schrik van haar stoel afvliegt. Wat een held.