Vanuit het raam kijk ik uit op het balkon van de overbuurvrouw. Het liefst loopt ze de hele dag in een panterprint terwijl ze buiten sigaretjes rookt. Ze komt net thuis met haar man: type ruwe bolster, blanke pit. Nog voordat ze de deur opendoet tilt hij haar jurk omhoog. Wat overblijft is een dun stukje stof van een luipaard string, en een rode handafdruk op haar rechterbil.
Er gaat niks boven nieuwe schoenen. Tenminste, als ze passen. Maar dat laatste blijft een dingetje. Mijn rechtervoet is namelijk iets groter dan mijn linker. Alsof mijn vader bij de ene kant iets te scheutig is geweest en bij de andere kant net een stukje is vergeten. Dus nu loop ik al de hele dag met mijn tenen in een dwangbuis omdat ze morgen wél gaan passen. Toch?