Vanuit het raam kijk ik uit op het balkon van de overbuurvrouw. Het liefst loopt ze de hele dag in een panterprint terwijl ze buiten sigaretjes rookt. Ze komt net thuis met haar man: type ruwe bolster, blanke pit. Nog voordat ze de deur opendoet tilt hij haar jurk omhoog. Wat overblijft is een dun stukje stof van een luipaard string, en een rode handafdruk op haar rechterbil.
Weet je wat zo fijn is aan de herfst? De voorspelbaarheid ervan. Dat je nog voordat je het gordijn opendoet weet dat erachter een grijze waas je toelacht. Of nou ja, toegromt. En dat je voordat je de deur uitgaat weet dat je deze dag minstens twee keer natregent tot in je onderbroek. Want dat was gisteren ook, en dat zal morgen ook zo zijn. Je kunt zeggen wat je wil, maar de herfst is wel heerlijk overzichtelijk.