Vanuit het raam kijk ik uit op het balkon van de overbuurvrouw. Het liefst loopt ze de hele dag in een panterprint terwijl ze buiten sigaretjes rookt. Ze komt net thuis met haar man: type ruwe bolster, blanke pit. Nog voordat ze de deur opendoet tilt hij haar jurk omhoog. Wat overblijft is een dun stukje stof van een luipaard string, en een rode handafdruk op haar rechterbil.
In de linkerhoek staat Jos. Jos is klein van stuk, vliegensvlug, een tikkeltje druk en vijf jaar oud. Bovendien denkt ‘ie dat hij Usain Bolt is zoals elk jongetje van vijf hoort te doen. In de rechterhoek staat Anneke, jaartje of zestig, een geruite blouse en in haar handen een bruin dienblad vol vuile koffiekopjes en schotels. Ze komen langzaam dichterbij. Ik ben benieuwd wie er wint.