Vanuit het raam kijk ik uit op het balkon van de overbuurvrouw. Het liefst loopt ze de hele dag in een panterprint terwijl ze buiten sigaretjes rookt. Ze komt net thuis met haar man: type ruwe bolster, blanke pit. Nog voordat ze de deur opendoet tilt hij haar jurk omhoog. Wat overblijft is een dun stukje stof van een luipaard string, en een rode handafdruk op haar rechterbil.
Hij draagt een zwart shirt tot over zijn middel, met voorop een print van een of andere vage rockband, een zwarte heuptas die tot onder zijn kont hangt, en een bos haar die hij waarschijnlijk al even niet gewassen heeft. Zelfverzekerd loopt hij de hoek om. In zijn rechterhand heeft hij een grote doos roomsoesjes, met een bonussticker van de Albert Heijn. Living the life of a rockstar.