Vanuit het raam kijk ik uit op het balkon van de overbuurvrouw. Het liefst loopt ze de hele dag in een panterprint terwijl ze buiten sigaretjes rookt. Ze komt net thuis met haar man: type ruwe bolster, blanke pit. Nog voordat ze de deur opendoet tilt hij haar jurk omhoog. Wat overblijft is een dun stukje stof van een luipaard string, en een rode handafdruk op haar rechterbil.
“Hoe heet je?”, vraagt een jongen met een Foodora rugzak aan het meisje naast hem, beide wachtend op de volgende bestelling. “Ik heet...”, maar nog voordat ze hem kan antwoorden wordt er een bestelling in haar handen gedrukt. Hij kijkt haar na totdat de groene maaltijdbox volledig uit het zicht is verdwenen. Ik zie de contactadvertentie al voor me: Shoarma-jongen zkt pizza-meisje.