Vanuit het raam kijk ik uit op het balkon van de overbuurvrouw. Het liefst loopt ze de hele dag in een panterprint terwijl ze buiten sigaretjes rookt. Ze komt net thuis met haar man: type ruwe bolster, blanke pit. Nog voordat ze de deur opendoet tilt hij haar jurk omhoog. Wat overblijft is een dun stukje stof van een luipaard string, en een rode handafdruk op haar rechterbil.
Er gaat niets boven een zondags ontbijt met een warm croissantje, een pruttelende percolator en op je sokken in de verse kattenstront stappen, omdat je domweg de deur hebt dichtgedaan waardoor je kleine harige huisbewoner daarom maar gewoon midden in de woonkamer op de houten vloer zijn gang is gegaan. Geef hem eens ongelijk. Goedemorgen Daantje.