Ik heb een nieuwe achterbuurvrouw. Of eigenlijk achterbuurmeisje, want ze is denk ik eerstejaarsstudent. Ze heeft gisteren haar halve kamer volgezet met IKEA en vandaag komen papa en mama voor het eerst op bezoek. Terwijl haar moeder zich enthousiast in de rondte draait, kijkt vader het van een afstandje aan. Voorzichtig trekt hij een deur open, misschien is er nog een tweede kamer.
“Zullen we een kop koffie doen?” Deze ogenschijnlijk doodnormale vraag heeft een geheel nieuwe betekenis gekregen. Het gaat niet om het zwarte goud dat dampend uit een kopje de weg naar je mond vindt, nee, het is een synoniem voor netwerken en het binnenhalen van nieuwe opdrachten. Van koffiebar naar koffiebar. Kijk, daar stuitert weer een zzp’er langs.